Home Actueel Visie De 7 fasen Boeken Artikelen Verwante teksten Tegenkrachten Over Margarete Quotes / Test Links / contact |
Kerstmis en EpifanieVan verleden naar de toekomst Margarete van den BrinkDe geboorte van Jezus Christus (Anthrowiki) Kerstmis is het feest van het licht, het goddelijke licht, dat de aardse duisternis doorstraalt en nieuw leven brengt. Daarin wordt zichtbaar hoe de lichtwereld, de geestelijke zon, de oerbron van de schepping, de mensheid en de aarde binnenstroomt en frisse, vernieuwende goddelijke krachten brengt. Het thema van het licht vinden we in de Kersttijd steeds weer terug. De bijbel vertelt dat aan het begin van onze jaartelling herders de wacht hielden bij hun kuddes in het veld buiten Bethlehem. Dan, zo wordt er gezegd, omstraalt ‘de heerlijkheid des Heren' hen en verschijnt er een Engel. De Engel zegt tot hen: ‘Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk ten deel zal vallen: U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David'i. Opeens zijn rondom de Engel al de hemelse heerscharen zichtbaar. Zij prijzen God en zingen: ‘Geopenbaard zij God in hemelhoogten Behalve de Engel die de goede boodschap brengt, verschijnen nu, in heel hun volheid en glorie, ook de hemelse Engelenhierarchieën aan de herders. Daarmee wordt aangegeven van welk een ongelooflijk hoog gehalte de geboorte in Bethlehem is. De geboorte van Jezus in Bethlehem vindt plaats in de eerste van de twaalf heilige nachten, de heilige nacht. Het kindje Jezus is niet zomaar een willekeurig mensenkind. In hem incarneert een hoge geestelijke individualiteit. Een individualiteit die dertig jaar lang het lichaam en de ziel van Jezus van Nazareth bewoont en zijn persoonlijkheid voorbereidt om drager te worden van de Zonnelogos, God de Zoon. Het grootste gebeuren in de geschiedenis van mensheid en aarde. Vier evangelieënDe esoterische traditie vertelt dat de geboorte van Jezus en korte tijd later de incarnatie van de Zonnelogos, Christus, zo overweldigend was dat er vier evangelieën nodig waren om dit veelomvattende gebeuren te beschrijven en tot zijn recht te laten komen.iii Dat is er de reden van waarom alle vier de evangelieschrijvers deze gebeurtenissen van één kant beschreven. Door de vier verschillende beschrijvingen met elkaar in verband te brengen kreeg de mensheid de mogelijkheid zich op den duur een volledig beeld te vormen. Hoe waar dat is wordt duidelijk als we de accenten zien die worden gelegd. In het evangelie van Johannes wordt Jezus Christus beschreven vanuit de scheppende Logos zélf. Het opent met de woorden: ‘In het beginne was het Woord Daarmee leidt het ons meteen naar kennis en inzicht omtrent zijn hoge afkomst. Heel zijn geestelijke grootsheid, wijsheid en verhevenheid wordt duidelijk. Het evangelie van Lucas laat Jezus Christus zien vanuit een sfeer van innigheid en zielewarmte in de macht van zijn liefde. Daarmee spreekt het met name tot het hart. We krijgen een duidelijk beeld hoe vanuit Jezus Christus liefde en offerkrachten van de hoogste orde in de mensheid en de wereld uitstromen. En tot welke intensiteit deze kosmische liefdekrachten in staat zijn. In het evangelie van Marcus wordt vooral de kosmische openbarende scheppingskracht ervaarbaar die door heel de wording van de wereld stroomt. Een heel andere ‘kleur' heeft het Mattheüs evangelie. Op een bepaalde manier staat het dichter bij ons mensen. Dat komt omdat het Jezus Christus vooral als mens beschrijft. Het begint met een geslachtsregister. Daarmee wordt de erfelijke afstamming van de mens Jezus van Nazareth benadrukt. Het bloed dat in hem stroomt, zo wordt hier gezegd, gaat van generatie op generatie, via Koning David, terug tot stamvader Abraham. Door de genoemde geslachten heen werden eigenschappen ontwikkeld die met Jezus van Nazareth een bepaald soort fysiek lichaam deden ontstaan. Het Mattheüs evangelie laat zien wat er op het fysieke vlak allemaal gebeuren moest en nodig was, om uiteindelijk een fysiek lichaam te creëren waarin de Zonnelogos, Christus, op aarde zou kunnen leven.iv De fysieke eigenschappen die daarvoor nodig waren, konden in die tijd alleen in het joodse volk en wel specifiek in de afstammingslijn van aartsvader Abraham gevonden worden. Vandaar dat dit volk het ‘uitverkoren volk' werd. Doordat het Jezus Christus voortbracht kreeg het joodse volk een bijzondere betekenis voor de wereldgeschiedenis, de ontwikkeling van de aarde en de mensheid. De lichtende Ster in het OostenOpnieuw is er sprake van licht als er in het Mattheüs evangelie verteld wordt over ‘De drie Wijzen uit het Oosten', in de bijbel ook wel ‘de drie Koningen' genoemd. Geleid door een ‘ster', waren zij op zoek naar ‘de Koning der Joden' die zij eer en hulde wilden bewijzen. In de esoterische traditie worden deze wijzen of koningen meestal ‘Magiërs' genoemd. ‘Magiër' is een woord dat afkomstig is van het oud-Perzische ‘Magoe'v. Daarmee werd een lid van de priesterkaste aangeduid. De ‘Wijzen uit het Oosten' waren ‘zieners', ingewijden in de oude Zarathoestra religie en kwamen uit Perzië. Omdat zij zieners waren konden zij ‘over landen en zeeën heen', dat wil zeggen: over de dimensies van tijd en ruimte heen, waarnemen in de geestelijke wereld. Zo konden zij, net als duizenden jaren vóór hen de ingewijden van de oude Zarathoestra-religie, de grote Zonne-aura aanschouwen die de aarde naderde. Want wat de Magiërs als een lichtende ster zagen was in werkelijkheid de lichtstraling van de naderbij komende Zonnelogos, Christus. Hun bovenzinnelijke vermogens vertelden hen dat ergens in het Midden-Oosten een heel bijzonder mens geboren was. Een mensenkind in wiens ziel zich een nog veel hogere lichtbron uitgoot. En ze wisten: Wanneer dit mensenkind opgegroeid zal zijn, zal de grote ziel van de Zonnelogos, de Christus zelf, in hem indalen en zijn intrek in hem nemen. De goddelijke geest die leiding geeft aan heel de ontwikkeling van de mensheid. Daarmee zouden de profetieën uit de mysterieën in vervulling gaan. EpifanieDe Wijzen uit het Oosten schouwden welk een ‘epifanie' zich eens aan deze mens Jezus zou voltrekken. Epifanie wil zeggen: ‘Lichtverschijning uit den hoge' die op aarde werkt. Dat is de reden waarom de dag van de Drie Koningen, 6 januari, ook wel ‘Epifanie' wordt genoemd. In het Christendom wordt traditioneel op 6 januari het Driekoningenfeest gevierd. Dit feest ontstond in de vierde eeuw na Christus in het Oosterse christendom. Tot op de dag van vandaag geldt het daar als de eigenlijke geboortedag van Christus: de verschijning van God op aarde in menselijke gestalte. In de loop van de tijd vierde de Rooms-katholieke kerk steeds meer de geboorte van Jezus op 25 december. Het gevolg was dat op 6 januari alleen de aanbidding van de Wijzen werd herdacht. Het esoterisch christendom ziet het Kerstfeest op 25 december betrekking hebben op de geboorte van Jezus. Epifanie daarentegen op de geboorte van Christus, het Zonnewezen. Het Kerstfeest vindt plaats in het oude jaar en heeft met het verleden te maken. De geboorte van Jezus uit de geslachtenrij van zijn voorvaderen is het hoogtepunt, de culminatie, van een oude ontwikkelingsweg die zijn oorsprong in het verleden heeft. In Christus, de Zonnelogos, is alles toekomst. Hij is het goddelijke wezen in het heelal wiens wezen het wordende, het zich altijd ontwikkelende, als zodanig is. Emil Bock noemt hem in zijn boek ‘De jaarfeesten als kringloop door het jaar': de immerdurende toekomst.vi Dat wordende aspect moet je leren herkennen, zo zegt hij daar. Ook al zie je in de evangelieën Christus in situaties die tot het verleden lijken te behoren, toch moet je leren om in ieder tafereel behalve het Jezus-aspect ook het Christus-aspect te zien. Alleen dan kun je de immerdurende toekomst ontdekken: de verdergaande epifanie. De toenemende openbaring van ‘het Licht dat uit den hoge' komt. De doop in de JordaanVoor de esoterische traditie is – net als in het oosters-orthodoxe christendom - de doop van Jezus in de Jordaan, dertig jaar ná zijn geboorte, het eigenlijke moment van de ‘geboorte' van de Zonnelogos, Christus, op aarde. Op dat moment verbindt de Godheid, God de Zoon, de Zonnelogos, zich met Jezus van Nazareth. ‘Het licht dat uit de hoge komt' daalt af in een mens: Epifanie. De evangelist Mattheüs beschrijft de doop in de rivier de Jordaan als volgt: ‘Toen kwam Jezus uit Galiléa naar de Jordaan tot Johannes om zich door hem te laten dopen. Maar deze trachtte hem daarvan terug te houden en zei: Ik heb nodig door U gedoopt te worden en komt gij tot mij?'vii Jezus blijft bij zijn besluit en Johannes doopt hem daarop in de rivier. Dan zegt Mattheüs – en daarin is weer het openbaringslicht uit hemelhoogten te ervaren: ‘Terstond nadat Jezus gedoopt was, steeg hij op uit het water. En zie, de hemelen openden zich, en hij zag de Geest Gods nederdalen als een duif en op hem komen. En zie, een stem uit de hemelen zei: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wien Ik mijn welbehagen hebt'. Dat wat als grote epifanie achter de ‘Ster' stond, de Zonnelogos, daalt af in de mens Jezus van Nazareth. Van dat moment af is Jezus: Jezus Christus, God en mens tegelijk. Johannes de Doper wist wie er voor hem stond. Dat blijkt wel uit de volgende woorden: ‘Deze is het van wie ik zei: Na mij komt een man die vóór mij geweest is, want hij was eerder dan ik'. Vervolgens getuigt hij van de goddelijkheid van de in Jezus indalende Christusgeest: ‘Ik heb aanschouwd dat de Geest nederdaalde als een duif uit de hemel, en hij bleef op hem. En ik kende hem niet, maar hij die mij gezonden had om te dopen met water, die had tot mij gezegd: Op wie gij de Geest ziet nederdalen en op hem blijven, deze is het die met de heilige Geest doopt. En ik heb gezien en getuigd, dat deze de Zoon van God is'.viii De verheerlijking op de berg TaborIn de drie jaren dat Christus in Jezus van Nazareth leeft, werkt het licht van de ‘Ster', door. Als Jezus Christus een tijd later met drie van zijn discipelen op de berg Tabor is, straalt opeens door zijn menselijke gestalte het heldere licht van zijn goddelijke Zonnegeest heen. Mattheüs vertelt: ix ‘En zijn gedaante veranderde voor hun ogen en zijn gelaat straalde gelijk de zon en zijn klederen werden wit als het licht'. En, als het ware om deze manifestatie van goddelijkheid te bevestigen, klinkt ook hier de stem uit hemelhoogten: ‘Deze is mijn zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb. Hoort naar hem'. Tijdens dit gebeuren op de berg Tabor wordt al het aardse door het van Jezus Christus uitgaande licht opgeheven in een bovenaardse glans. Het laat zien dat de epifanie verdergaat. Het OsirisfeestDe zesde januari is bij veel volkeren uit de oudheid altijd al een feestdag van de hoogste orde geweest. Zo was het in het vroegere Midden-Oosten de dag van het Osirisfeest.x In de naam Osiris werd de mythe van de godenschemering – het proces van de verwijdering van de goddelijke wereld - samengevat. De mythe vertelt dat de zonnegenius Osiris door zijn duistere tegenstander Set gedood is en stukken van hem in ieder mens op aarde begraven zijn. Eens, zo wist men, zal Osiris opstaan. Dat zal zijn als de ster van de liefde die in hogere werelden straalt, naar de aarde zal afdalen. Want dat zal er toe leiden dat de aardse hartstochten van de mensen geleidelijk aan veredeld zullen worden door de hemelse liefde. We zouden kunnen zeggen: De drie Wijzen of Koningen uit het Oosten zagen dat de vervulling op handen was van wat zij in hun Osirisfeest als messiaanse hoop en verwachting voor de toekomst levend hadden gehouden. Van het verleden naar de toekomstWij in onze tijd kunnen, door ons in te voelen en in te leven, bewust worden welke diepe geheimen met de geboorte van Jezus en komst naar de aarde van het hoge Zonnewezen, verbonden zijn. Pas heel geleidelijk aan, als onze ogen door de geest geopend worden, zullen wij iets van dit mysterie gaan begrijpen. Dan zal het waarschijnlijk zo worden dat Epifanie, als het feest van de toekomst, belangrijker zal zijn dan het Kerstfeest dat wij nu op 25 december vieren.
Dit artikel verscheen in het boekje ‘De Drie-eenheid en Karma. Leven met het Christus-Licht' door Margarete van den Brink. Uitg. Adventum/Nearchus.
|