Home Actueel Visie De 7 fasen Boeken Artikelen Verwante teksten Tegenkrachten Over Margarete Quotes / Test Links / contact |
De zeven fasen van bewustzijnsontwikkelingMargarete van den BrinkVragen als Wie ben ik? Waar komen we vandaan? Waar gaan we naar toe? zijn niet alleen vandaag de dag belangrijk voor ons mensen, ze waren dat ook al in oeroude tijden. In een van de hermetische geschriften, het Corpus Hermeticum, wordt een gesprek aangehaald dat de grote ingewijde Hermes Trismegistus met zijn leerling Asclepius had. Asclepius vroeg hem naar de oorsprong van alle dingen: Waar komt alles vandaan? Hermes antwoordt dat alles wat bestaat voortkomt uit de Ene. De Ene is de Logos, het goddelijke bewustzijn of de goddelijke Geest. Heel de kosmos met alles wat daar deel van uitmaakt: de hemel, de aarde, de natuur en de mensen, komt uit deze Ene voort. 'En omdat alles uit de Ene voortkomt, zegt Hermes Trismegistus, draagt alles dus ook de kiem van bewustzijn in zich. Of je je dat nu bewust bent of niet, Asclepius, je draagt het allemaal in je. In alles is God aanwezig'. God in de materieVervolgens vraagt Asclepius vol verwondering: 'Is God ook in de materie aanwezig? Hermes Trismegistus: 'Jazeker hij is ook in de materie. Wat zou zij (de materie) anders zijn dan een chaotische massa als zij geen uitstralingen zou ondergaan? En als zij door uitstralingen bewerkt wordt, van wie gaan die dan uit? Je herinnert je wel Asclepius, dat ik je vertelde dat die uitstralingen als het ware lichaamsdelen van God zijn. Want: door wie zouden anders alle wezens tot leven worden gewekt? Door wie worden de onsterfelijken onsterfelijk gemaakt? Door wie wordt het veranderlijke veranderd? Of het nu over materie gaat of over een lichaam of over een substantie. Het zijn, beste jongen, allemaal uitstralingen van God, moet je weten. De uitstraling in de materie is de stoffelijkheid. En de uitstraling in de lichamen is de lichamelijkheid. En de uitstraling in de substantie is de substantialiteit, en dat is God. Het Al'. De oude wijsheid: alles komt voort uit de Logos, BrahmaHet is treffend dat de grote Hermes Trismegistus duizenden jaren geleden al over deze universele, algemeen geldende waarheid sprak. Die waarheid is dat alles wat we om ons heen zien, dus inclusief de wereld van de materie, in wezen uit bewustzijn bestaat en uit bewustzijn is voortgekomen. Die universele waarheid zijn wetenschappers die openstaan voor het spirituele, in onze tijd aan het ontdekken. In de westerse esoterische traditie wordt dit hoge bewustzijn of dat geestelijke krachtensysteem 'de Logos' genoemd of de Goddelijke Geest. In de oosterse traditie – bijvoorbeeld in het hindoeisme – heet deze 'Brahma'. Het is daarom niet voor niets dat professor Amit Goswami en Deepak Chopra vernieuwing zoekende wetenschappers adviseren te rade te gaan bij de oude wijsheid uit de esoterische traditie. Diep inzicht en hoge wijsheid omtrent de evolutie, het ontstaan van mens en aarde en het doel van het leven, bestonden al duizenden jaren vóórdat het materialistische denken de afgelopen honderd jaar de overhand kreeg. IngewijdenHermes Trismegistus was een tijdgenoot van Mozes. Mozes was een van de geestelijke leiders van het joodse volk. Van hem zijn de hoofdstukken Genesis en Exodus van de bijbel afkomstig. Mozes en Hermes Trismegistus leefden ongeveer 1500 jaar vóór Christus. Beiden waren ingewijd in de geheime kennis zoals deze in de Egyptische mysterieën werd geleerd. Door die inwijding hadden zij direct toegang tot hoge geestelijke wezens in de geestelijke wereld die hen inzicht gaven in de geheimen van het bestaan. Met name Hermes bezat een uitzonderlijk hoog verheven kennis en wijsheid. Hij werd daarom ook Trismegistus genoemd, de driemaal grote. Door alle eeuwen heen heeft hij mensen, grote geesten in de geschiedenis op het gebied van de filosofie, de wetenschap, de kunst en de mystiek, met zijn inzichten en wijsheid bezield en geinspireerd. Rudolf SteinerAlhoewel de universele waarheid of oude wijsheid over het leven en het doel van het bestaan in de kern altijd dezelfde blijven, is het toch zo dat zij steeds opnieuw verwoord moeten worden. Dat komt omdat zij aangepast moeten worden aan het bewustzijn en het niveau van ontwikkeling die de mensen op dat moment hebben. Een van de geestelijke leraren die in onze tijd de oude wijsheid op een nieuwe wijze onder woorden bracht was Rudolf Steiner. Rudolf Steiner leefde van 1861 tot l925. Hij studeerde wiskunde en filosofie en promoveerde in 1891 in Rostock tot doctor in de filosofie. Behalve wetenschapper was hij ook helderziend. Een diepe geestelijke ervaring maakte dat hij zich vanaf l900 geheel en al ging bezig houden met het ontwikkelen van een wetenschap van de geest. Die geesteswetenschap noemde hij aanvankelijk 'Theosofie', later 'Antroposofie'. Als geestesonderzoeker sloot hij aan bij de oude wijsheid. De inzichten die hij daaruit verkreeg bracht hij echter pas naar buiten nadat hij deze eerst zelf had onderzocht en juist had bevonden. In de loop van zijn leven heeft Rudolf Steiner over heel veel verschillende onderwerpen gesproken en geschreven. Steeds belichtte hij die thema's vanuit geestelijke inzichten. Een van de thema's waar hij zich uitvoerig mee heeft bezig gehouden is de geestelijke achtergrond van de evolutie, de ontwikkeling van de kosmos, de mensheid en de aarde. Alles komt uit de Eenheid voortNet als voor Hermes Trismegistus was het ook voor Steiner zo dat alles wat bestaat, inclusief de wereld van de materie, uit de Logos, het Woord, het goddelijke bewustzijn, is voortgekomen. De wereld en alles wat zij bevat is daarmee van goddelijk-geestelijke oorsprong. Goddelijke en geestelijke wezens hebben alles wat wij nu kennen in een eonen durend scheppingsproces stap voor stap tevoorschijn gebracht. Ook de mens komt uit het goddelijke bewustzijn voort. Vóórdat hij geschapen werd maakte hij als geestelijk wezen deel uit van de eenheid en het bewustzijn die kenmerkend zijn voor de geestelijke wereld. Van 'mensen' was toen echter nog geen sprake. Laat staan van afzonderlijke mensen. De latere mens bestond toentertijd alleen uit geest. En als geestelijk wezen vormde hij, vóór de aanvang van de schepping, één geheel met de bewustzijnswereld van het Ene, het goddelijke. Hij leefde in de ongedeelde eenheid van het goddelijke. Maar onbewust van zichzelf. Dus niet zelfbewust, zoals wij mensen dat tegenwoordig zijn. Ons zelfbewustzijn werd pas mogelijk op aarde, in de wereld van de materie. Maar in die oertijd vóór de schepping bestond de aarde en de wereld van de materie nog niet. Alles wat later als de schepping tevoorschijn zou komen, als aarde, mensen, natuur, planten, dieren, en zonnestelsel, was in dat oerbegin nog geheel en al opgenomen in de Ene, het Al, het Alomvattende, zoals Hermes Trismegistus zei, en dus nog niet gescheiden. De Scheppers van aarde en mensheidDan, zo zegt de esoterische traditie, ontstaat in de goddelijke wereld – de hoogste regionen van de geestelijke wereld – het 'plan' een deel van de geestelijke wezens uit de geestelijke wereld, een ontwikkelingsweg buiten de goddelijke Eenheid te laten gaan. In de bijbel wordt de aankondiging van dat plan in het boek Genesis beschreven. En wel daar waar God zegt: 'Laat ons Mensen maken, naar ons beeld en gelijkenis'. Het is interessant dat God hier woorden gebruikt in de meervoudsvorm: 'laat ons' en 'naar ons beeld en gelijkenis'. Dus niet: 'laat ik' en 'naar mijn beeld en gelijkenis'. In de esoterische traditie en ook door Rudolf Steiner, wordt deze formulering in de meervoudsvorm zo uitgelegd dat hier de hoogste Godheid, de Drie-eenheid, spreekt: God de Vader, God de Zoon, ook de Logos of het Woord genoemd, en de Heilige Geest. Zij vormen als Drie-eenheid met elkaar het oerbegin én de basis van de schepping. De woorden die uitgesproken werden houden echter ook in dat de Drie-enig God dit scheppingsproces verricht in samenwerking met hoge goddelijk-geestelijke wezens die ooit zelf uit de Godheid of de Drie-eenheid zijn voortgekomen. Deze hoge, goddelijk-geestelijke wezens worden de geestelijke Hiërarchieën genoemd, of kortweg 'de Hiërarchieën'. De Hiërarchieën zijn onvoorstelbaar hoge engelenwezens die in bepaalde groepen en op bepaalde (hiërarchische) niveaus van ontwikkeling, medescheppers zijn in dit proces. Het doel van de schepping van de mensWelk doel had de goddelijke wereld nu bij het scheppen van de mens? Als ik het in eenvoudige woorden zeg – maar er zit natuurlijk nog veel meer achter – dan is het doel van de schepping van de mens dat een groep geestelijke wezens buiten de eenheid van de geestelijke wereld, bewust wordt van zichzelf als geestelijk wezen. Dat wil zeggen, tot een vrij, zelfstandig en zelfbewust individu worden waarin de goddelijke geest op een heel eigen, individuele, wijze tot ontwikkeling komt. Om vervolgens vandaaruit scheppend actief te worden en zo mee te werken aan de verdere ontwikkeling van de mensheid en de wereld naar hogere niveaus. Het proces van menswording bestaat uit twee delen. De eerste helft omvat de opgave tot een vrij, zelfstandig en zelfbewust individu te worden. In de tweede helft gaat het er om dat de mens vanuit dit zelfbewustzijn en actief werk aan zichzelf, stap voor stap zijn goddelijke kern tot ontwikkeling brengt. Door dat te doen ontplooit hij in zich de scheppende krachten van zijn geest. Deze geestkrachten maken deel uit van de goddelijke scheppende krachten die ooit de schepping zoals wij die nu kennen, tevoorschijn hebben gebracht. Vandaar dat ze vrij scheppend kunnen worden. Samengevat betekent het voorgaande dat de mens van een onbewust geestelijk wezen, via een proces van menswording, uiteindelijk tot een vrije en zelfbewuste mede-schepper van de goddelijk-geestelijke wereld wordt. Heel wat anders dan de opvatting dat de mens bij toeval is ontstaan en zijn bestaan geen enkele zin en betekenis heeft, zoals de darwinisten en evolutiebiologen beweren. Ook de geestelijke wereld ontwikkeltDoor dit ontwikkelingsproces van de mens als geestelijk wezen, dat zich afspeelt buiten de eenheid en geborgenheid van de goddelijke wereld (maar daar wel mee verbonden blijft) gebeurt er nog veel meer. Eén heel belangrijk aspect daarin is dat dit proces van menswording ook van grote invloed is op de goddelijk-geestelijke wereld zelf. Want doordat een deel van haar geestelijke wezens zo'n ontwikkelingsweg als mens gaan, verheft de geestelijke wereld zich als totaliteit ook naar een hoger niveau. De esoterische traditie laat zien dat alles wat bestaat: mensen, natuurwezens, engelen, het goddelijke, de kosmos, alles, zich in een konstant proces van verandering en ontwikkeling bevindt. Als wij mensen de goddelijke geest die in ons leeft tot in haar hoogste hoogten tot ontwikkeling hebben gebracht, zullen wij een nieuwe groep van geestelijke wezens vormen in de rijen van de geestelijke hiërarchieën. We zullen dan na de engelen die de 9e hiërarchie vormen, de 10e hiërarchie van geestelijke wezens worden. De weg van diep onbewustzijn naar geestelijk albewustzijnHoe ziet die weg van de mens vanuit de geestelijke wereld naar de aarde en naar zelfbewustzijn er uit? Rudolf Steiner heeft deze vanuit verschillende gezichtspunten beschreven en duidelijk gemaakt. Hij liet zien hoe de weg na ons huidige aardefase in geheel andere leefomstandigheden verder zal gaan. Die weg is mogelijk omdat diep in hem en haar die goddelijke bron van oneindig bewustzijn leeft, zoals Hermes Trismegistus verwoordde. Zij het vooralsnog onbewust. Waar begint die weg? De weg begint in een toestand van diepe, diepe onbewustheid in de eerste fase van de schepping. De weg eindigt vooralsnog, kort gezegd, in een bewustzijnstoestand waarin de mens vanuit actief zelfbewustzijn en de kracht van zijn innerlijke geest, zelf scheppend actief wordt. Tijdens dat proces doorloopt de mens zeven verschillende fasen of niveaus van bewustzijn. Onderstaand schema laten die zeven bewustzijnstoestanden zien. In onze tijd leven we op aarde. In het schema is dat fase 4. De aarde is dus het vierde bewustzijnsniveau na de Saturnus-, de Zonne- en de Maanfase, dat wij mensen hebben bereikt. In deze vroegere fasen leefden wij mensen in lagere bewustzijnstoestanden. Tijdens de vierde, de Aardefase, ontwikkelen wij het heldere dagbewustzijn en ons zelfbewustzijn. Zelfbewustzijn is het besef, het weten, dat je een ik-mens bent, een persoonlijkheid met een eigen bewustzijn, die zich van anderen onderscheidt. Ook al leven we nu in de vierde fase van ontwikkeling, het diep trance bewustzijn, het diepe slaapbewustzijn en het droomachtige beeldbewustzijn leeft ook nu nog in ons. Zij vormen ons onbewuste: het onbewuste deel van ons innerlijk of onze ziel. Na de aardefase met haar zelfbewustzijn stijgen we qua bewustzijn – en daarmee qua menszijn - stap voor stap op naar hogere bewustzijnstoestanden: de Jupiterfase, de Venusfase en de Vulcanusfase. Vanuit ons huidige aardse bewustzijn vormen de drie hogere bewustzijnstoestanden – die in aanleg al in ons aanwezig zijn – ons hogere bewustzijn. Gezamenlijk omvatten zij ons hogere geestelijke bewustzijn, het bovenpersoonlijke bewustzijn, of het bovenbewuste. Een van de kenmerken van het hogere bewustzijn is, dat onze innerlijke geest die steeds meer vrij gekomen is op een hogere wijze in ons werkt en spreekt. Dat betekent dat we in die tijd niet alleen veel meer zullen begrijpen en veel meer wijsheid en liefde zullen bezitten, maar dat er ook een steeds sterker wordende scheppende, schenkende kracht van ons uitgaat.
|