Van het oude denken naar het nieuwe denken 

Margarete van den Brink

We bevinden ons op een omslagpunt, een transformatie, in onze menselijke evolutie. Enerzijds loopt een oude wereld ten einde, anderzijds wordt een nieuwe geboren.

Een van de leidende persoonlijkheden in onze samenleving die steeds weer op deze transitie van de oude naar de nieuwe periode wijst, is Herman Wijffels. Wijffels, ooit voorzitter van de Sociaal-Economische Raad en bewindvoerder bij de Wereldbank in Washington, is sinds 2009 hoogleraar 'Duurzaamheid en maatschappelijke verandering' aan de Universiteit van Utrecht. Net als Jiddu Krishnamurti, Rudolf Steiner en Ervin László zegt ook hij steeds weer dat er een nieuwe wijze van denken nodig is om de huidige maatschappelijke, ecologische en financieel-economische problemen het hoofd te bieden. Wijffels spreekt over dit oude denken als een 'smalsporig' industrieel, cartiaans, newtoniaans en darwinistisch denken dat zijn tijd heeft gehad. Elders heeft hij het over een gecompartimentaliseerde, egocentrische, rationaliteit. Het heeft ons mensen, zegt hij, behalve goeds ook veel negatiefs gebracht.

De rationele analyse

Wat bedoelen mensen als Wijffels, maar ook wetenschappers als Fritjof Capra, met cartiaans, newtoniaans denken dat zijn tijd heeft gehad? Daarvoor moeten we terug naar de 17e en 18e eeuw, naar de tijd van Descartes (1596-1650) en Newton (1643-1727). Zij worden gezien als representanten van een wijze van denken die volkomen brak met het gangbare denken in de Middeleeuwen. Werd in de Middeleeuwen het denken van de mensen nog sterk door het gevoel, de intuïtie bepaald, in de 17e eeuw bracht René Descartes de rationele analyse de wetenschap binnen. Voor hem was niet de intuïtie maar het analytische denken de enige betrouwbare methode om kennis te verkrijgen.
Het analytisch denken verdeelt een system of probleem in kleinere stukken (compartimenten), bestudeert ze ieder afzonderlijk en zet ze vervolgens op een logische wijze weer in elkaar. Zo probeert men te begrijpen. Met andere woorden: in plaats van het geheel te omvatten en het probleem vanuit zijn plaats in het geheel te begrijpen, doet men dat vanuit de delen, de afzonderlijke stukken. We vinden deze aanpak tot op heden in de wetenschap. In de medische wetenschap bijvoorbeeld wordt het menselijk lichaam in specialismen als cardiologie, oogheelkunde, interne geneeskunde, etc. verdeeld. Met die specialismen zijn specialisten verbonden die ieder vanuit hun eigen specialisme behandelen, maar dit meestal niet in het verband plaatsen van het geheel van het fysieke lichaam.

Descartes en het materialistisch intellectualisme

Descartes wordt algemeen beschouwd als de grondlegger van het rationalisme in de wereld. Dit rationalisme, ook wel materialistisch intellectualisme genoemd, bepaalt tot op de dag van vandaag de wijze van denken in de wetenschap. Vandaaruit kreeg het een steeds sterkere invloed op het algemene denken in de samenleving. Zij wordt materialistisch genoemd omdat zij alleen gericht is op de fysiek-materiële wereld die als de enige werkelijkheid wordt gezien. De hemel of de geestelijke wereld bestaan niet voor de rationalist. Dat is pure fantasie of alleen een zaak van religie of geloof, overblijfsel uit een oude tijd.

Het analytische denken kreeg een geweldige invloed op het innerlijk van ons mensen en het beleven van onszelf als persoon. Dat kwam allereerst omdat het rationele denken de eigenschap heeft zich los te maken uit de samenhang in de ziel, met name uit de verbinding met het gevoel. Dat leidde er toe dat voor de mens van nu het vanzelfsprekende gevoel van verbinding met de omgeving, de wereld, de kosmos, het goddelijke, steeds meer verloren ging. In plaats van zich één te voelen met God, andere mensen, de natuur, alles wat leeft, zoals in de Middeleeuwen en daarvoor het geval was, kwam hij er tegenóver te staan en voelde zich niet langer met 'het andere' verbonden.

Rationeel analytisch denken en ik bewustzijn

Er was nog een gebied waar de ontwikkeling van het analytische, rationele denken een grote invloed had. Dat was het gebied van het ik- of zelfbewustzijn. Zoals René Descartes in zijn beroemde zin 'Cogito ergo sum': 'Ik denk, dus ik besta', zegt, is het ik-bewustzijn van ons mensen nauw verbonden met ons rationele denken. In dit denken beleef ik dat ik besta. In mijn verstandelijke denken ervaar ik mijzelf als ik-persoon, als een zelfstandig mens, los van andere mensen.

Mijn ik-kracht en het rationele denken helpen mij de dingen die op mij afkomen in mijn ziel te ordenen en vanuit een logische gedachtengang te begrijpen. Het rationele denken is daarom een heel belangrijke verworvenheid. Dat moeten we goed beseffen.

Egocentrisme

Het ik dat ik via het rationele denken ervaar is echter niet mijn werkelijke ik, mijn geestelijke Zelf, maar mijn 'lagere' ik, mijn 'ego-ik', dat met de materie verbonden is: met mijn fysieke lichaam.

Dit ego-ik heeft als belangrijke eigenschap dat het geheel en al om zichzelf draait en op zichzelf gericht is. Opgesloten in zichzelf is. Ego-centrisch is. Dat wil zeggen zichzelf altijd in het centrum stelt. Vandaar dat het de neiging heeft alles naar zich toe te halen: 'ik wil hébben'. En aldoor méér hebben, want aan de hoeveelheid bezit ontleent het ego-ik zijn waarde en kracht. Dit naar zich toehalen betekent ook: het vanzelfsprekend vinden dat de wereld, de natuur, de grondstoffen er voor mij zijn en ik daarvan kan nemen zoveel als ík wil.

In relatie tot andere mensen denkt het ego-ik vooral in termen van afgescheidenheid, van tegenover de ander staan: 'ik versus de ander' én in termen van concurrentie, wedijver en strijd: 'ik vóór de ander', 'ik beter of mooier dan de ander', of 'ik zal de ander verslaan'.

Al die factoren tezamen: de overweldigende nadruk op de ratio, het losraken van het gevoel, het exploiteren van de natuur, het némen om het eigen bezit en de winst te verhogen, de voortdurende concurrentie en strijd met elkaar, hebben geleid tot de ecologische en financiëel-economische crises waar wij ons nu in bevinden. Of, zoals Fritjof Capra in zijn boek Het Keerpunt zegt: het heeft geleid tot technologieën, instituties en leefstijlen die diep ongezond en destructief zijn. De toenemende luchtvervuiling, de chemische verontreiniging, het stralingsgevaar, de uitputting van natuurlijke bronnen, enzovoort, zijn duidelijke tekenen van een economisch systeem dat geobsedeerd wordt door groei en expansie. Met desastreuze gevolgen voor de planeet en het leven op aarde.

De financiële crisis

Ook Herman Wijffels wijst er op dat dit 'atomistische, egocentrische en rationele gedrag' niet alleen de natuur, de biodiversiteit en de ecosystemen vernietigt, maar ook de financiële crises veroorzaakte. We hebben, zegt hij, in essentie met een cultureel probleem te maken: een combinatie van antropocentrisme (de mens en zijn behoeftes staan centraal), sociaal darwinisme (de mens is in de strijd om het bestaan alleen uit op zijn eigen voordeel) en een tunnelvisie die leidt tot graaien wat je kan. Dat komt, zegt hij, omdat ons economische systeem zijn basis heeft in deze gecompartimentaliseerde, egocentrische rationaliteit die alleen gericht is op het eigen voordeel. Op eruit halen wat er in zit om zo maximale winst te behalen. Het gevolg is dat er heel weinig aandacht is voor de consequenties die dit gedrag heeft voor het welzijn van de planten, de dieren, de mensen, ja voor het hele leven op aarde. Denk alleen maar wat genetische manipulatie aan het wezen van de plant (en daarmee ook aan de mensen) doet en de intensieve veehouderij en kippenfokkerijen aan de dieren. Zij worden beschouwd als levende machines die melk, vlees en eieren produceren. Hoe hoger hun productie hoe hoger de winst.

Een nieuwe wijze van denken

Wat voor ander denken is er nodig? Wijffels: het cartiaanse denken moet op de helling. Verwijzend naar Albert Einstein: de problemen kunnen niet worden opgelost met hetzelfde denken dat de problemen veroorzaakte. Ook Fritjof Capra en anderen menen dat de problemen van onze tijd niet kunnen worden opgelost 'binnen het huidige gefragmenteerde en reductionistische kader van onze academische disciplines en sociale instituties'.
Capra wijst echter ook op hoopvolle signalen die laten zien dat in de afgelopen decennia in de wetenschap en de samenleving een fundamentele verandering gaande is. Het gangbare mechanistische wereldbeeld van Descartes en Newton dat de kosmos, de natuur en ook de mensen ziet als een machine, maakt heel geleidelijk aan plaats voor een beeld waarin ontdekt wordt dat de aarde een levend organisme is, een zelfregulerend systeem dat intelligentie, bewustzijn, bezit.

Net als de planten, de bomen, de dieren en de mensen. Élke cel in het menselijk lichaam – en dat zijn er vele, vele miljarden - 'weet' zich verbonden met het geheel en 'kent' zijn taak in dat grote geheel. Ook bij organen als de hersenen, het hart, het immuunsysteem en andere lichaamsweefsels is dat het geval. Alles is doortrokken van bewustzijn, wijsheid en samenhang! In andere woorden: van geest.

De materiële wereld blijkt een systeem, een netwerk, te zijn van onlosmakelijk met elkaar verbonden patronen en relaties die intelligentie bezitten. Veranderingen in de een heeft direct gevolgen voor de ander. Dat betekent dat als je zonder kennis van die samenhang onderdelen uit elkaar haalt en vervolgens weer anders in elkaar zet (zoals bijvoorbeeld bij genetische manipulatie gebeurt), je tegelijkertijd de basis van dat hele systeem, het grote geheel, aantast. En daarmee het regulerende bewustzijn dat erin leeft en alles gezond houdt. Zo gaat het milieu achteruit. Zowel het milieu van de aarde, als dat van planten, dieren en mensen en hun onderlinge samenhang. En daarmee dus het leven zelf.

Verhoging van de kwaliteit van relaties en verbindingen

Voor Wijffels betekent het nieuwe denken of bewustzijn: de stap zetten naar een betere en hogere kwaliteit van relaties en verbindingen. Relaties tussen mensen onderling, tussen mensen en de aarde, en tussen mensen en andere vormen van leven. Dat kan, zegt hij, alleen bereikt worden als wij mensen empathie en compassie ontwikkelen en ons bewust worden van de gevolgen van onze acties voor de omgeving. Eigenschappen als empathie en compassie kun je echter alleen ontwikkelen als je verbinding maakt met je eigen gevoel. Want alleen met je gevoel kun je je inleven in de omgeving, in andere mensen, in andere vormen van leven, en het wezen van 'het andere of de ander' werkelijk raken en begrijpen. Pas dan kom je tot de kern en is diepere verbinding mogelijk.

Verstand en gevoel integreren

Ontwikkelen van het eigen gevoel betekent echter niet: ophouden met denken. Het denken hebben we nodig om de waarnemingen die we door middel van het gevoel ontvangen, bewust te worden. Dat moeten we met ons denken 'pakken'. Waar het om gaat, zo zegt hij, is dat wij onze ratio, ons verstand, ons gevoel én onze intuïtie met elkaar leren integreren. Dat gaat echter niet vanzelf, daar moet je hard aan werken. Het heeft alles te maken met je persoonlijke ontwikkeling. Lukt je dat dan breng je jezelf als mens op een hoger niveau. Want je leert dan niet langer te opereren vanuit je ego, maar vanuit je geestelijke Zelf.
En dat maakt een totaal andere houding mogelijk: niet langer ben je erop uit te nemen, maar je leert steeds meer te geven en dienstbaar te worden aan het grotere geheel, de toekomst van de aarde, de evolutie van de mensheid.
Met deze nieuwe houding van mensen wordt de cultuur getransformeerd naar een hoger niveau. We zetten dan de stap van antropocentrisme naar een verbinding met alle vormen van leven. En van conflict en strijd naar samenwerking, en van tunnelvisie naar een inclusieve en geintegreerde visie die zowel de delen als het grote geheel erkent en in het bewustzijn heeft.

Hoger niveau van individuele bewustwording

Het zal geen verbazing wekken dat Wijffels hoopvol gestemd is over de groeiende groep mensen in de wereld die hij de 'cultureel creatieven' noemt. Onder de cultureel creatieven worden mensen verstaan die behalve met hun denken verbinding hebben met hun gevoel, nadenken over wat zij geloven, die bewust keuzes maken, die weten voor welke waarden ze staan en die bewust met andere mensen en de natuur omgaan. Kenmerkende waarden zijn voor hen: eenvoud, duurzaamheid, spiritualiteit en maatschappelijk bewustzijn.

Voor Wijffels is dit hogere niveau van individuele bewustwording dé dragende kracht achter de omslag van de oude naar de nieuwe wereld die duurzaam zal moeten zijn wil onze planeet overleven. Wij mensen, ieder voor zich én gezamenlijk, zijn daarin de alles bepalende factor. Alles hangt af van de vraag of wij stappen zetten in onze persoonlijke, sociale en spirituele ontwikkeling.
Dat betekent dat de opgaven waar wij hedentendage voor staan behalve ecologisch, financieel-economisch en cultureel, in diepste wezen spiritueel van karakter zijn.

Vernieuwing van het financieel-economische stelsel

Wijffels laat niet na waar dat maar mogelijk is: in zijn werk als hoogleraar en in lezingen overal in het land, de noodzaak van de overgang van het oude naar het nieuwe denken te benadrukken. Hij laat zien welke veranderingen dat vraagt op het gebied van het milieu, de wereldwijde samenwerking tussen mensen en de noodzakelijke grondige omvorming van het huidige financieel-economische stelsel.

Wijffels is co-voorzitter van 'Worldconnectors'. In november 2010 richtte hij samen met hoogleraar Klaas van Egmond en Peter Blom, CEO van de (antroposofisch georienteerde) Triodos Bank, het Sustainable Finance Lab op. Het Sustainable Finance Lab is een 'denktank' met wetenschappers uit verschillende disciplines die ideeën ontwikkelen die bijdragen aan een vernieuwing van de financiële sector. Een financiële sector die niet langer uit is op eigen gewin en winstmaximalisatie zoals voorheen, maar bijdraagt aan een economie die de mens en de evolutionaire ontwikkeling dient, zonder daarbij het leefmilieu uit te putten.

Het is duidelijk: het nieuwe denken draagt toekomstkracht in zich. We kunnen dankbaar zijn dat steeds meer mensen zich dit nieuwe denken eigen maken.

 

naar boven